Wat is beleggen en waarom zou je het doen?
Beleggen betekent je geld investeren in financiële producten of activa – zoals bedrijven (aandelen), leningen (obligaties), vastgoed of grondstoffen – met het doel om op termijn winst te behalen. Je hoopt dat de waarde van je belegging stijgt of dat het inkomsten oplevert, zodat je later meer terugkrijgt dan je erin hebt gestopt. Simpel gezegd laat je bij beleggen je geld voor je werken. Mensen beleggen om verschillende redenen, vaak om vermogen op te bouwen voor toekomstige doelen: bijvoorbeeld om op termijn eerder met pensioen te kunnen, de studie van hun kind te bekostigen, een droomhuis te kopen, of simpelweg om hun geld harder te laten groeien dan op een spaarrekening mogelijk is.Een belangrijke motivatie om te beleggen is dat het historisch gezien op de lange termijn een hoger rendement kan opleveren dan sparen. Spaarrentes zijn wisselend en waren de afgelopen jaren erg laag, soms lager dan de inflatie. Daardoor groeit spaargeld nauwelijks en verliest het zelfs koopkracht. Beleggen biedt de kans op een hoger rendement dat je vermogen wél laat groeien, zij het met hogere risico’s. Bovendien profiteer je als belegger van het rente-op-rente-effect (ook wel compounding genoemd): de opbrengsten die je behaalt, kun je herbeleggen, waardoor deze op hun beurt ook weer rendement opleveren. Na verloop van jaren kan dit effect je vermogen exponentieel laten groeien. Hoe eerder je begint met beleggen, hoe meer tijd dit rente-op-rente-effect heeft om zijn werk te doen.
Ten slotte is beleggen ook een manier om specifieke financiële doelen te bereiken. Misschien wil je vermogen opbouwen zodat je later een aanvullende pensioenpot hebt, of wellicht vind je het simpelweg interessant en leerzaam om bezig te zijn met de beurs. Wat de reden ook is, bij beleggen is het cruciaal om te beseffen dat rendement en risico hand in hand gaan – daar komen we zo op terug. In de basis draait het erom dat je op lange termijn een positief resultaat probeert te halen uit je investeringen.
Het verschil tussen sparen en beleggen
Sparen en beleggen zijn twee verschillende manieren om met geld om te gaan, elk met hun eigen voor- en nadelen. Bij sparen zet je geld opzij op een spaarrekening bij de bank. Je ontvangt doorgaans een vaste of variabele rente over je spaargeld. Sparen is zeer laag risico: het geld blijft in nominale waarde behouden (en tot €100.000 is het gedekt door het depositogarantiestelsel), en de kans dat je spaargeld minder wordt in euro’s is nihil. Dit maakt sparen erg geschikt voor korte termijn doelen en als financiële buffer voor noodgevallen. Een nadeel is echter dat de rente vaak laag is, zeker vergeleken met potentiële beursrendementen. Bovendien kan inflatie (stijgende prijzen) de koopkracht van je spaargeld aantasten; met andere woorden, na verloop van tijd kun je met gespaard geld minder kopen dan voorheen, als de prijzen harder stijgen dan de spaarrente.
Beleggen daarentegen betekent dat je bewust risico neemt met je geld in ruil voor een kans op een hoger rendement. In plaats van bij de bank te staan, wordt je geld geïnvesteerd in markten die in waarde kunnen fluctueren. Het grote verschil is dus onzekerheid: de waarde van beleggingen gaat op en neer. Op een goede dag is je belegging meer waard, op een slechte dag minder – en het is mogelijk dat je inleg minder waard wordt dan wat je erin stopte. Toch kiezen veel mensen voor beleggen omdat de verwachte opbrengst op lange termijn hoger is dan bij sparen. Waar sparen vooral geschikt is voor doelen op korte termijn en als veilige haven, is beleggen vooral geschikt voor doelen op middellange tot lange termijn (denk aan minimaal 5 jaar of langer). Belangrijk: Beleg alleen met geld dat je voor langere tijd kunt missen. Geld dat je binnenkort nodig hebt (voor bijvoorbeeld een huis of een auto) kun je beter niet beleggen, omdat je dan gedwongen zou kunnen worden om op een ongunstig moment te verkopen. Zorg dus eerst voor een spaarbuffer voor onverwachte uitgaven en ga dán pas met (extra) geld beleggen.
Figuur: Over een periode van 20 jaar kan beleggen mogelijk een aanzienlijk hoger eindbedrag opleveren dan sparen, dankzij het cumulatieve rendement (rente-op-rente effect). In deze grafiek zien we een vergelijking: iemand legt jaarlijks een bedrag in en behaalt gemiddeld 5% rendement per jaar door te beleggen in aandelen (rode lijn), tegenover iemand die spaart tegen 1,25% spaarrente (gele lijn). Het verschil na 20 jaar is groot – de belegger bouwt veel meer vermogen op dan de spaarder. Let op: Dit hogere rendement gaat gepaard met fluctuaties en risico. De spaarder heeft zekerheid en een geleidelijke groei, terwijl de belegger tussentijds schommelingen ervaart. In slechte beursjaren kan het belegde vermogen tijdelijk dalen, maar over de lange termijn wordt dat doorgaans goedgemaakt door de hogere opbrengsten in goede jaren. Dit voorbeeld illustreert waarom beleggen interessant kan zijn voor lange termijn doelen, mits je de tussentijdse ups en downs kunt uitzitten.
Belangrijke begrippen bij het beleggen
Voordat we dieper ingaan op hoe je start, is het handig om enkele belangrijke begrippen te kennen die je vaak tegenkomt bij beleggen:
-
Aandeel: Een aandeel is een stukje eigendom van een bedrijf. Als je een aandeel koopt van bijvoorbeeld Shell of Philips, word je mede-eigenaar (aandeelhouder) van dat bedrijf. Gaat het goed met het bedrijf – het maakt winst en groeit – dan stijgt vaak de waarde van het aandeel. Gaat het slecht, dan kan de koers dalen. Als aandeelhouder heb je recht op een deel van de winst, vaak uitgekeerd als dividend (zie hieronder). Aandelen staan bekend om hun volatiliteit: de koers kan van dag tot dag bewegen door nieuws, economische ontwikkelingen en het sentiment op de beurs. Op lange termijn hebben aandelen historisch gemiddeld het hoogste rendement opgeleverd van de gangbare beleggingscategorieën, maar ze brengen ook het meeste risico met zich mee.
-
Obligatie: Een obligatie is een lening uitgegeven door een overheid of bedrijf, waarin jij als belegger geld uitleent in ruil voor rente. Koop je een obligatie, dan leen je bijvoorbeeld geld aan de overheid (staatsobligatie) of aan een onderneming (bedrijfsobligatie). In ruil ontvang je doorgaans jaarlijks een vaste rente (coupon) en aan het einde van de looptijd hoort de uitgever je hoofdsom terug te betalen. Obligaties zijn over het algemeen minder risicovol dan aandelen: je krijgt meestal een vaste stroom aan inkomsten en bij faillissement van de uitgever hebben obligatiehouders voorrang op aandeelhouders. Het verwachte rendement is echter ook lager. De koers van een obligatie kan tijdens de looptijd schommelen (bijvoorbeeld door veranderende rentestanden of kredietwaardigheid van de uitgever), maar die bewegingen zijn vaak minder hevig dan bij aandelen.
-
Beleggingsfonds / ETF: Een beleggingsfonds is een verzameling beleggingen beheerd door een fondsbeheerder. Het fonds haalt geld op bij veel beleggers en investeert dat volgens een bepaalde strategie in tientallen of zelfs honderden verschillende aandelen en/of obligaties. Voorbeeld: een wereldwijd aandelenfonds bevat aandelen van bedrijven over de hele wereld. Door in één fonds te investeren, krijg je automatisch een gespreide portefeuille. Een ETF (Exchange Traded Fund) is een bijzonder soort beleggingsfonds dat op de beurs verhandeld wordt als een aandeel. ETF’s volgen vaak passief een bepaalde index; ze worden daarom ook wel indextrackers genoemd. Bijvoorbeeld: een AEX-ETF volgt de prestaties van de AEX-index. ETF’s zijn erg populair bij beginners omdat ze eenvoudig te kopen zijn en in één klap spreiding geven. In plaats van zelf 50 losse aandelen te moeten kopen, kun je één ETF kopen die diezelfde 50 aandelen al in zich heeft. Beleggingsfondsen en ETF’s kunnen gericht zijn op van alles: van brede marktindices tot sectoren (bijv. technologie) of thema’s (bijv. duurzame energie).
-
Rendement: Rendement betekent het resultaat van je belegging, uitgedrukt in winst of verlies. Het wordt vaak in procenten weergegeven. Stel, je belegt €1000 en een jaar later is het €1100 waard, dan heb je 10% rendement behaald. Rendement kan positief zijn (winst) of negatief (verlies). Belangrijk: rendement komt in verschillende vormen. Bij aandelen bestaat rendement uit koersstijging én eventueel dividenduitkering. Bij obligaties bestaat het uit rentebetalingen en eventuele koerswinst of -verlies bij verkoop. Rendement en risico zijn nauw verbonden: beleggingen die een hoger potentieel rendement hebben, gaan vaak ook gepaard met hogere risico’s.
-
Dividend: Dividend is de winstuitkering van een bedrijf aan zijn aandeelhouders. Wanneer een onderneming winst maakt, kan zij besluiten een deel van die winst uit te keren als dividend (de rest kan worden herinvesteerd in het bedrijf). Dividend wordt meestal uitgekeerd in contanten (cash dividend) – bijvoorbeeld €0,50 per aandeel – maar soms ook in de vorm van extra aandelen (stock dividend). Niet alle bedrijven keren dividend uit; snelle groeibedrijven herinvesteren hun winst vaak volledig in verdere groei, terwijl grote gevestigde bedrijven juist een deel van de winst structureel uitkeren aan aandeelhouders. Dividend is voor beleggers een belangrijke factor: het vormt een stabiel inkomen en maakt vaak een aanzienlijk deel uit van het totale rendement, zeker bij langer aanhouden van aandelen. Het dividendrendement is een kengetal dat aangeeft hoeveel dividend per jaar wordt uitgekeerd als percentage van de aandelenkoers.
-
Risico: Bij beleggen is risico de onzekerheid over het toekomstige rendement. Een risicovolle belegging kan veel winst opleveren, maar ook veel verliezen. Aandelen van een klein biotechbedrijf zijn bijvoorbeeld risicovoller (meer onzekerheid) dan een staatsobligatie van de Nederlandse overheid. Over het algemeen geldt: hoe hoger het verwachte rendement, hoe hoger het risico dat je (moet) lopen. Risico uit zich vaak in koersschommelingen (volatiliteit). Het risico dat je loopt, kun je gedeeltelijk beheersen door spreiding en door een passend beleggingsprofiel te kiezen, maar helemaal wegnemen kan niet – beleggen is nooit zonder risico. Het ergste geval is dat je (een deel van) je inleg verliest. Het is belangrijk dat je beleggingen kiest die aansluiten bij hoeveel risico jij aankunt (je risicotolerantie).
-
Spreiding: Spreiding (ook wel diversificatie) betekent je geld verdelen over verschillende beleggingen om het risico te verminderen. Het idee hierachter is “leg niet al je eieren in één mand”. Als je €10.000 hebt, kun je beter 20 verschillende aandelen van €500 kopen dan één aandeel van €10.000. Mocht één bedrijf of sector het slecht doen, dan heb je nog andere investeringen die het verlies kunnen opvangen. Spreiding kan op allerlei manieren: over meerdere aandelen, over verschillende sectoren (bijv. technologie, gezondheidszorg, financiën), over verschillende landen/regio’s, én over verschillende type activa (aandelen, obligaties, vastgoed, etc.). Een goed gespreide portefeuille heeft een gebalanceerd risico: het verkleint de kans dat één tegenvaller je hele vermogen hard raakt. Beleggen via een indexfonds of ETF is automatisch al een vorm van spreiding, maar je kunt ook zelf actief spreiden bij het samenstellen van je portefeuille.
-
Broker: Een broker is een financiële tussenpersoon die voor jou transacties op de beurs uitvoert. Via een (online) broker krijg je toegang tot de aandelenmarkt en kun je zelf aandelen, obligaties, ETF’s etc. kopen en verkopen. Vroeger ging dit via een telefoontje naar een effectenmakelaar, tegenwoordig gaat het vrijwel altijd via online platforms of apps. Bekende brokers in Nederland zijn bijvoorbeeld DEGIRO, BUX en de beleggingsplatforms van banken zoals ING Self Invest of ABN AMRO. Een broker rekent meestal transactiekosten per koop/verkoop of een kleine jaarlijkse fee. Als beginnende belegger zul je dus een account moeten openen bij een broker om daadwerkelijk te kunnen beleggen (meer hierover later). Het is belangrijk een betrouwbare broker te kiezen met lage kosten en goede service.
Nu je deze basisbegrippen kent, heb je al een hoop puzzelstukjes op hun plek. In het vervolg van het artikel zullen we sommige van deze termen in context gebruiken.
Welke soorten beleggingen zijn er?
Er zijn veel vormen van beleggen en verschillende soorten activa waarin je kunt investeren. Hier bespreken we de meest voorkomende beleggingscategorieën die relevant zijn voor beginners, met hun eigenschappen, voor- en nadelen:
-
Aandelen: Zoals besproken zijn aandelen belangen in individuele bedrijven. Met aandelen kun je op twee manieren geld verdienen: als de koers stijgt (zodat je het aandeel duurder kunt verkopen dan je het kocht) en via eventuele dividenduitkeringen. Aandelen hebben historisch het hoogste rendement opgeleverd, maar kennen ook heftige schommelingen. De waarde kan op korte termijn flink fluctueren door bedrijfsnieuws of economische ontwikkelingen. Als aandeelhouder loop je het risico dat een bedrijf slecht presteert of zelfs failliet gaat – in dat laatste geval kun je je gehele inleg kwijtraken. Daar staat tegenover dat succesvolle bedrijven enorme waardestijgingen kunnen laten zien. Aandelen zijn bij uitstek geschikt voor lange termijn beleggen: je hebt de tijd nodig om door eventuele crises en koersdalingen heen te komen en te profiteren van groeiperiodes. Veel beginners starten met aandelen in grote, bekende bedrijven of, nog beter, met een mandje van verschillende aandelen via een fonds/ETF om meteen te spreiden.
-
Obligaties: Obligaties zijn leningen aan overheden of bedrijven. Als obligatiehouder ontvang je meestal periodiek rente (couponrente) en krijg je aan het einde de hoofdsom terug. Obligaties zijn stabieler dan aandelen: je weet min of meer welk rendement je krijgt als je de obligatie tot het einde aanhoudt, tenzij de uitgever in gebreke blijft. Wel kunnen obligatiekoersen tussentijds bewegen, met name door veranderingen in de marktrente (als de marktrente stijgt, dalen doorgaans bestaande obligatiekoersen) of door zorgen over de kredietwaardigheid van de uitgever. In een beleggingsportefeuille fungeren obligaties vaak als buffer: wanneer aandelen bijvoorbeeld dalen, blijven hoogwaardige obligaties vaak relatief stabiel of dalen minder sterk. Zo dempen ze de schokken. Het verwachte rendement van obligaties is lager – denk aan een paar procent per jaar – maar daar staat dus minder risico tegenover. Voor beginners kunnen obligaties interessant zijn als ze wat defensiever willen beleggen of hun portefeuille willen stabiliseren.
-
Beleggingsfondsen en ETF’s: Dit zijn verzamelingen van meerdere beleggingen in één pakket. Zoals eerder uitgelegd, biedt een beleggingsfonds of ETF directe spreiding en gemak. In plaats van zelf 20 aandelen te kiezen, koop je één participatie in een fonds dat voor jou die 20 (of meer) aandelen houdt. Dit vermindert het risico aanzienlijk en maakt het beheer eenvoudiger. Indexfondsen/ETF’s zijn ideaal om breed te beleggen: je kunt met één transactie bijvoorbeeld de hele wereldmarkt kopen (via een wereldwijde indextracker) of een hele sector. De kosten (zoals beheervergoeding) van index-ETF’s zijn doorgaans erg laag, waardoor bijna het volle rendement van de markt naar jou gaat. Actief beheerde fondsen hebben vaak iets hogere kosten, maar kunnen specifieke strategieën volgen. Voor beginners zijn ETF’s een goede start omdat je er weinig omkijken naar hebt en niet telkens individuele aandelen hoeft te analyseren. Je “volgt de markt” met zo’n fonds.
-
Vastgoed: Beleggen in vastgoed kan direct of indirect. Direct vastgoed houdt in dat je bijvoorbeeld een woning, garage of ander pand koopt als investering, om het te verhuren en zo huurinkomsten te krijgen, plus mogelijke waardestijging van het pand zelf. Dit vergt echter veel startkapitaal, kennis van de vastgoedmarkt en beheertijd (huurders zoeken, onderhoud regelen, etc.). Indirect vastgoed betekent dat je via de beurs in vastgoed investeert, bijvoorbeeld door aandelen te kopen van vastgoedbedrijven of via vastgoedfondsen en zogeheten REIT’s (Real Estate Investment Trusts). Die laatste zijn fondsen die beleggen in een portefeuille van vastgoed en vaak de huurinkomsten uitkeren als dividend aan beleggers. Vastgoed wordt gezien als relatief stabiel: mensen en bedrijven hebben altijd huisvesting nodig, en huren/huizenprijzen stijgen vaak op lange termijn. Toch zijn er ook risico’s: vastgoed kan bijvoorbeeld lange tijd onverhuurd staan, er kunnen waardedalingen optreden (denk aan een huizenmarktcrisis), en het is minder liquide – een huis verkoop je niet zo snel als een aandeel. Voor beginners is direct vastgoed meestal niet weggelegd, maar via een vastgoed-ETF of vastgoedfonds kun je met kleinere bedragen toch in deze categorie beleggen. Zo’n investering reageert wel deels mee met de aandelenmarkt (omdat het beursgenoteerd is).
-
Cryptovaluta: Cryptovaluta (cryptocurrency) zoals Bitcoin en Ethereum zijn de laatste jaren populair geworden als alternatieve belegging. Het zijn digitale valuta die gebruikmaken van blockchaintechnologie. Crypto kenmerkt zich door extreme volatiliteit: het is niet ongebruikelijk dat de waarde van een munt als Bitcoin in één jaar met tientallen procenten stijgt of daalt. Zo zijn er verhalen van mensen die met een paar honderd euro in Bitcoin multimiljonair werden over een decennium, maar ook genoeg gevallen van mensen die op de piek zijn ingestapt en daarna 60% of meer verlies hebben gezien in korte tijd. Cryptovaluta ontlenen hun waarde uitsluitend aan vraag en aanbod; er zijn geen onderliggende bedrijfswinsten of harde assets die een bodemwaarde geven. Hierdoor kunnen ze in theorie naar nul gaan als het vertrouwen wegvalt. Het regelgevend toezicht op crypto is beperkt, wat het extra riskant maakt (denk aan hackers, fraude of het omvallen van crypto-handelsplatforms). Voor beginners is crypto niet de meest voor de hand liggende keuze. Als je toch in crypto wilt beleggen, doe dat dan met een klein bedrag dat je eventueel volledig kunt missen, en informeer je grondig. Veel financieel adviseurs raden aan om eerst de traditionele beleggingen goed te begrijpen en op te bouwen, en hooguit een klein percentage (bijv. <5%) van je vermogen in crypto te steken vanwege het speculatieve karakter.
Naast bovenstaande zijn er nog andere beleggingscategorieën zoals grondstoffen (bijv. goud, olie), alternatieve investeringen (kunst, wijn, etc.), maar als absolute beginner kun je je het best focussen op de gangbare categorieën. Een goed gespreide mix van aandelen en obligaties, eventueel aangevuld met een beetje vastgoed, is voor velen een prima startpunt.
Wat zijn de risico’s van beleggen en hoe beheer je ze?
Beleggen biedt kans op hogere rendementen, maar brengt ook risico’s met zich mee. Het is belangrijk deze risico’s te begrijpen en maatregelen te nemen om ze zo veel mogelijk te beperken:
1. Marktrisico en volatiliteit: De waarde van beleggingen kan flink schommelen door veranderingen in de markt. Economisch nieuws, renteontwikkelingen, bedrijfsresultaten, geopolitieke gebeurtenissen – al dit soort factoren kunnen koersen laten dalen of stijgen. Deze volatiliteit hoort bij beleggen; accepteren dat dit gebeurt is stap één. Je kunt deze risico’s nooit volledig wegnemen, maar je kunt ze wel beheersen. Een van de beste manieren is spreiding, waar we al over spraken. Door te spreiden over veel verschillende investeringen, zal een sterke daling van één aandeel of sector minder effect hebben op je totale portefeuille. Bijvoorbeeld: heb je alleen aandelen van één technologiebedrijf en die sector gaat slecht, dan daalt je hele portefeuille hard. Heb je 50 verschillende aandelen in diverse sectoren, plus misschien nog wat obligaties, dan zal een verlies in één hoek deels worden opgevangen door stabiliteit of winst elders.
2. Lange termijn denken: Tijd is je vriend als het om risico gaat. Hoe langer je belegt, hoe meer kans je hebt dat dips zich weer herstellen. Historisch gezien zijn brede aandelenmarkten over periodes van 15-20 jaar vrijwel altijd omhoog gegaan, ondanks tussentijdse crashes. Heb dus een lange adem en beleg met geld dat je minimaal een aantal jaren kunt missen. Zo hoef je niet gedwongen te verkopen tijdens een tijdelijke crisis. Een vuistregel: beleg alleen met geld dat je ten minste 3 tot 5 jaar kunt laten staan, liever langer. Hoe langer de horizon, hoe kleiner de impact van kortetermijnschommelingen op je eindresultaat.
3. Ken je risicoprofiel: Iedereen heeft een andere tolerantie voor risico. Vraag jezelf af: hoe zou ik me voelen als mijn beleggingen volgende maand 20% minder waard zijn? Zou ik dan in paniek raken of zie ik dat als normaal en wacht ik rustig af? Dit bepaalt je risicoprofiel. Als je merkt dat verliezen je erg zenuwachtig maken, kies dan voor een conservatievere invulling (bijv. een groter deel obligaties, of defensieve fondsen). Ben je comfortabel met schommelingen en heb je een lange horizon, dan kun je offensiever beleggen (meer aandelen, groei-ETF’s, etc.). Veel brokers en banken hanteren vragenlijsten om je risicoprofiel (defensief/neutraal/offensief) te bepalen, wat helpt bij het samenstellen van een passende portefeuille. Het is geen exacte wetenschap, maar het geeft richting. Uiteindelijk is het belangrijk dat je ‘s nachts kunt slapen zonder wakker te liggen van je beleggingen.
4. Begrijp je beleggingen: Een belangrijke oorzaak van onnodig risico is stappen in iets dat je niet begrijpt. Vermijd als beginner complexe producten zoals opties, turbo’s, futures of CFD’s (contracts for difference). Dit zijn derivaten en hefboomproducten waarmee je met geleend geld of op ingewikkelde manieren kunt speculeren. Hoewel ze enorme winsten beloven, kunnen de verliezen net zo groot of groter zijn – ze zijn beslist niet bedoeld voor onervaren beleggers. Focus eerst op reguliere beleggingen (aandelen, obligaties, fondsen, ETF’s) en zorg dat je de basisconcepten snapt. Lees bijvoorbeeld informatiemateriaal of cursusmateriaal over een product voordat je erin belegt. Een goed motto is: Beleg alleen in wat je begrijpt. Wanneer iemand je een “gouden tip” geeft over een ingewikkeld financieel product dat je niet goed kunt doorgronden, is het verstandiger om het aan je voorbij te laten gaan.
5. Behoud een financiële buffer: Eén van de grootste risico’s is dat je gedwongen wordt om op een slecht moment je beleggingen te verkopen omdat je ineens geld nodig hebt. Dat voorkom je door altijd een noodpotje achter de hand te hebben op je spaarrekening. Financiële planners raden vaak aan om 3 tot 6 maanden aan vaste lasten of inkomen als buffer te hebben. Die buffer gebruik je voor kapotte wasmachines, onverwachte medische kosten, tijdelijke werkloosheid, enzovoorts. Pas als die buffer er is, ga je met het overtollige vermogen beleggen. Zo verklein je het risico dat je je beleggingen moet aanspreken op het verkeerde moment. Het zou immers zuur zijn als je midden in een beursdip geld moet opnemen voor een nooduitgave en daarmee een verlies realiseert dat even later weer goedgemaakt had kunnen worden als je had kunnen blijven zitten.
6. Emotioneel handelen vermijden: Emoties vormen een grote risicofactor bij beleggen. Hebzucht kan je ertoe verleiden om te veel risico te nemen (bijvoorbeeld al je geld op een hype-aandeel of cryptomunt zetten in de hoop op snelle winst), terwijl angst je kan doen panikeren en verkopen bij een dip (waardoor je verlies definitief wordt). Probeer emoties zoveel mogelijk buitenspel te zetten. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, maar een paar tips: kijk niet elke dag obsessief naar je portefeuille; bedenk van tevoren hoe je zult reageren op een daling; herinner jezelf aan je lange termijn doel. Een koele, rationele houding – eventueel opschrijven van je strategie en daar trouw aan blijven – helpt om niet bij elke marktschommeling anders te handelen. Als je merkt dat emoties toch de overhand nemen, dwing jezelf dan tot een pauze: neem even afstand van het beursnieuws, of spreek met jezelf af om beslissingen pas na 24 uur bedenktijd te nemen. Zo voorkom je impulsieve acties.
Samengevat: risico hoort bij beleggen, maar met spreiding, een lange horizon, een bij jou passend risicoprofiel, een goede buffer en rationeel gedrag kun je de risico’s beheersen en verkleinen. Uiteindelijk moet je je comfortabel voelen bij je aanpak – dan is de kans groter dat je deze volhoudt en niet op het verkeerde moment uitstapt.
Hoe begin je met beleggen? – Stappenplan
Klaar om de stap te wagen? Hieronder vind je een praktisch stappenplan om te beginnen met beleggen, van het formuleren van je doel tot je eerste aankoop:
Stap 1: Bepaal je doel
Begin met het helder formuleren van waarom je wilt beleggen en wat je wilt bereiken. Een duidelijk doel geeft houvast en richting aan je beleggingsstrategie. Wil je vermogen opbouwen voor een aanvulling op je pensioen? Spaar je voor de studie van je kinderen over 15 jaar? Of beleg je zonder specifiek doel, gewoon om je geld te laten groeien voor “later”? Probeer het zo concreet mogelijk te maken. Bijvoorbeeld: “Ik wil over 20 jaar €100.000 hebben voor mijn pensioenaanvulling” of “Ik wil over 10 jaar genoeg gespaard/belegd hebben voor een aanbetaling op een huis.” Door een doel te stellen kun je later beter volhouden, omdat je weet waarvoor je het doet. Schrijf desnoods je doel op en hang het ergens op. Geen specifiek doel hebben is op zich geen ramp – je kunt ook “voor de lange termijn” beleggen zonder exact einddoel – maar weten waarvoor je belegt helpt wel bij het maken van keuzes en volhouden bij marktschommelingen.
Stap 2: Stel je tijdshorizon vast en zorg voor een buffer
Vraag jezelf af: hoe lang kan ik het geld dat ik wil beleggen missen? Zoals eerder besproken, is beleggen vooral geschikt als je het geld meerdere jaren kunt laten staan. Bepaal dus je beleggingshorizon. Is dat 5 jaar, 10 jaar, 20 jaar? Hoe langer, hoe beter doorgaans. Als je bijvoorbeeld over 3 jaar een huis wilt kopen, kun je het geld voor je eigen inbreng beter sparen in plaats van beleggen, omdat die horizon te kort is en je het risico loopt dat net op het moment dat je het nodig hebt de beurs laag staat. Een horizon van minimaal 5 jaar wordt vaak aangehouden als vuistregel voor aandelenbeleggingen, en liefst langer. Parallel daaraan: check of je een spaarbuffer hebt voor noodgevallen (zie ook punt 5 bij risico’s). Gebruik niet je laatst beschikbare spaargeld om te beleggen. Zorg dat je, zelfs als je nu gaat beleggen, nog steeds genoeg geld achter de hand hebt voor onverwachte tegenslagen. Pas als die buffer op orde is, ben je echt klaar om te beginnen. Het bedrag van de buffer verschilt per persoon (denk aan je inkomen, gezinssituatie, baanzekerheid, etc.), maar een veelgenoemde maatstaf is 3-6 maanden aan vaste lasten of inkomen.
Stap 3: Bepaal je risicoprofiel
Deze stap sluit aan bij wat eerder is besproken over risico. Voordat je in specifieke beleggingen duikt, is het goed om te bedenken hoeveel risico je wilt én kunt nemen. Dit hangt samen met je doel en horizon. Als je jong bent en voor pensioen op de zeer lange termijn belegt, kun je meestal wat meer risico veroorloven (je hebt immers veel tijd voor herstel bij tegenvallers). Als je doel al over 5 jaar ligt, moet je wat voorzichtiger zijn. Maar ook je persoonlijke risicobereidheid speelt een rol: de één slaapt prima bij 100% aandelen in de portefeuille, de ander voelt zich prettiger met een gematigder profiel. Veel banken en brokers vragen bij het openen van een account om een vragenlijst in te vullen die je risicoprofiel bepaalt (bijvoorbeeld defensief, neutraal of offensief). Wees eerlijk tegen jezelf bij het beantwoorden. Er is geen goed of fout profiel; het gaat erom dat je beleggingsplan past bij je psyche en situatie. Op basis van dat profiel kies je straks de verdeling van je beleggingen. Iemand met een defensief profiel zal bijvoorbeeld meer obligaties of stabiele dividendfondsen nemen, terwijl een offensieve belegger meer groeiaandelen of aandelenfondsen kiest.
Stap 4: Kies tussen zelf beleggen of laten beleggen
Bedenk of je zelf de touwtjes in handen wilt nemen of het liever (deels) uitbesteedt. Zelf beleggen betekent dat je zelfstandig via een broker beleggingen aankoopt, beheert en beslissingen neemt. Dit geeft veel vrijheid en vaak lage kosten, maar vraagt ook dat je bereid bent te leren en actief je portefeuille bijhoudt. Je moet dan zelf bepalen welke aandelen of fondsen je koopt, hoeveel en wanneer. Laten beleggen houdt in dat je een ander je geld laat beleggen. Dat kan via een vermogensbeheerder of een geautomatiseerde oplossing (robo-advisor of beheerd beleggen bij banken). Jij stort dan geld op een rekening en professionals of algoritmes beheren de portefeuille volgens een afgesproken strategie en risicoprofiel. Het voordeel is gemak – je hoeft niet alles zelf uit te zoeken – en je profiteert van expertise. Nadeel zijn de hogere kosten; een vermogensbeheerder rekent vaak een percentage per jaar. Ook heb je minder directe controle. Voor een beginner kan laten beleggen aantrekkelijk zijn als je er zelf geen tijd of zin in hebt om de markt te volgen. Anderzijds is zelf beleggen tegenwoordig prima te doen met wat basiskennis, zeker als je het simpel houdt (bijvoorbeeld alleen in enkele indexfondsen). Je kunt ook een middenweg bewandelen: een deel zelf doen en een deel laten beheren. Denk hier in deze stap over na. Dit bepaalt namelijk of je straks een zelf-beleggen platform (broker) gaat kiezen, of je je aansluit bij een partij voor beheerd beleggen. In deze gids gaan we vooral uit van zelf beleggen (omdat we het hebben over hoe je zelf kunt beginnen), maar weet dat de andere optie er is.
Stap 5: Kies waarin je wilt beleggen (je strategie bepalen)
Nu wordt het concreet: wat ga je precies kopen met je geld? Dit is je beleggingsstrategie. Ga je voor individuele aandelen, of liever voor gemakkelijke brede index-ETF’s? Kies je voor een mix van aandelen en obligaties, of misschien alleen eerst aandelen? Deze keuze moet aansluiten bij je doel, horizon en risicoprofiel (stappen 1 t/m 3). Enkele tips voor beginnersstrategieën:
-
Begin eenvoudig en breed: Veel beginners starten met een of enkele indexfondsen/ETF’s. Bijvoorbeeld een wereldwijde aandelen-ETF (die de MSCI World of FTSE All-world index volgt) voor het aandelendeel, eventueel aangevuld met een obligatie-ETF voor stabiliteit. Hiermee heb je in feite meteen duizenden bedrijven in portefeuille via één of twee producten – maximale spreiding en je volgt de wereldeconomie. Het beheer is minimaal en je rendement zal de markt volgen.
-
Aandelen selecteren: Als je het leuk vindt om zelf bedrijven uit te kiezen, kun je uiteraard ook in losse aandelen beleggen. Begin dan met bekende, solide bedrijven waarvan je de business begrijpt (denk aan grote namen zoals Unilever, Apple, Shell, etc.). Let op dat losse aandelen meer risico per stuk geven; het is aan te raden om dan minstens 10-15 verschillende aandelen te spreiden over sectoren, of losse aandelen slechts voor een deel van je portefeuille te gebruiken en daarnaast fondsen te houden.
-
Verdeling bepalen: Bedenk je asset-allocatie, oftewel de verdeling tussen categorieën. Bijvoorbeeld: “Ik ga 70% in aandelen(beleggingen) en 30% in obligaties/beleggingen met vast inkomen”. Of “Ik beleg 100% in aandelen-ETF’s, want ik ben jong en kan de risico’s aan”. Er is geen perfect antwoord, maar je risicoprofiel (stap 3) geeft richting. Een defensiever profiel zou iets van 50/50 of 40/60 (aandelen/obligaties) kunnen doen; een agressief profiel eerder 80/20 of 100/0. Kies iets waar jij je prettig bij voelt.
-
Geografische spreiding: Denk ook even na of je wereldwijd wilt beleggen of vooral in bijvoorbeeld Nederland/Europa/VS. Wereldwijde spreiding is het meest stabiel (je profiteert van groei overal), maar sommige mensen hebben bijvoorbeeld affiniteit met de Nederlandse markt en kiezen ervoor een deel in Nederland te beleggen. Onthoud wel dat Nederland slechts ~1% van de wereldeconomie is; door alleen lokaal te beleggen laat je kansen liggen en verhoog je risico’s (landrisico).
-
Houd het begrijpelijk: Kies alleen producten waarvan je snapt wat ze ongeveer doen. Lees de Essentiële Informatiedocumenten (EID/KID) van fondsen of ETF’s die je overweegt – deze korte documenten geven in begrijpelijke taal de doelstelling, kosten en risico’s weer. Als je iets niet snapt, zoek je het op of kies je iets anders.
-
Startbedrag en instapmoment: Bepaal met hoeveel geld je wilt beginnen. Dit kan een eenmalig bedrag zijn dat je overhevelt van je spaarrekening naar je beleggingsrekening. Je kunt er ook voor kiezen om maandelijks een bedrag te gaan inleggen (bijv. €100 per maand beleggen uit je inkomen). Maandelijks inleggen kan verstandig zijn omdat je zo het instapmoment spreidt en in verschillende marktomstandigheden koopt (dit heet dollar-cost averaging of in het Nederlands gespreid inleggen).
In deze stap gaat het erom een plan te vormen voor je portefeuille. Je zou je strategie zelfs op papier kunnen zetten als beleggingsplan: “Ik beleg €X per maand, in Y en Z ETF, met verdeling zus en zo, met als doel …”. Dit helpt je om later niet impulsief dingen te doen die buiten je plan vallen.
Stap 6: Kies een broker en open een account
Je bent nu inhoudelijk klaar om te gaan beleggen. De laatste praktische stap is het openen van een beleggingsrekening bij een broker of bank naar keuze, zodat je je eerste aandelen/ETF’s daadwerkelijk kunt aankopen. Bij het kiezen van een broker/platform voor beginners spelen een paar zaken: de kosten (liefst zo laag mogelijk), het aanbod (kan ik er kopen wat ik wil kopen?), het gebruiksgemak (fijne website of app, duidelijke informatie), en betrouwbaarheid (is het een bekende partij, onder toezicht, heeft het goede reviews). In de volgende sectie bespreken we enkele geschikte brokers voor beginners op de Nederlandse markt.
Heb je een keuze gemaakt? Ga dan naar de website van de betreffende broker en doorloop het aanmeldproces. Dit lijkt op het openen van een bankrekening: je zult persoonlijke gegevens moeten invullen, vaak je identiteit moeten verifiëren (met een ID-bewijs uploaden of iDIN-login via je bank), en soms vragen over je beleggingservaring/riscicoprofiel beantwoorden (wettelijk verplicht voor brokers om te checken of je begrijpt waarmee je gaat starten). Na goedkeuring krijg je toegang tot je nieuwe beleggingsrekening. Dan kun je geld storten vanaf je bankrekening. Houd er rekening mee dat de tegenrekening meestal op je naam moet staan, vanwege veiligheid.
Zodra het geld op je beleggingsrekening staat, kun je je eerste belegging gaan doen. Zoek in het handelsplatform de naam of ticker (afkorting) van het aandeel of ETF dat je wilt kopen. Stel het bedrag of aantal in dat je wilt aanschaffen, controleer de opdracht en verzend de order. Gefeliciteerd, je bent nu officieel begonnen met beleggen!
Een paar aanvullende tips bij je start:
-
Begin klein: Het is prima om eerst met een klein bedrag ervaring op te doen, zelfs al is het €50 of €100. Zo leer je de werking van de broker en de markt zonder dat je zenuwachtig hoeft te zijn over grote bedragen. Je kunt dit zien als leergeld (hopelijk in positieve zin).
-
Gebruik eventueel een demo: Sommige platforms bieden een demo-omgeving of simulatie waarbij je kunt oefenen met fictief geld. Dit kan handig zijn om gevoel te krijgen bij het plaatsen van orders.
-
Koop in delen: Als je een groter bedrag wilt inleggen, overweeg om dat in delen te doen (bijvoorbeeld in vijf maandelijkse porties) in plaats van in één keer. Hiermee verklein je het risico dat je net op een piek alles inlegt.
-
Leer de basics van de broker: Bekijk tutorials van je gekozen platform of lees de FAQ. Weet hoe je orders plaatst, maar ook hoe je bijvoorbeeld weer kunt verkopen, hoe je je portefeuilleoverzicht leest, etc.
Met deze zes stappen heb je de eerste aanzet gegeven tot je beleggingsavontuur. Onthoud dat elke ervaren belegger ooit precies deze stappen doorlopen heeft. In het begin is het even wennen, maar al doende leer je snel. In de volgende sectie bespreken we nog wat meer over strategie voor beginners en daarna zoomen we in op de keuze van brokers/platforms.
Je beleggingsstrategie als beginner
Als beginnende belegger is het verstandig om het simpel en gedisciplineerd te houden. Je hebt in het stappenplan al een basisstrategie bepaald voor jezelf. Enkele aanvullende overwegingen en tips voor je (doorlopende) strategie:
-
Passief beleggen voor de win: De meeste beginners (en eerlijk gezegd ook veel gevorderden) varen wel bij een passieve strategie. Dit houdt in dat je niet voortdurend probeert te handelen of de markt te verslaan, maar dat je breed gespreid belegt en geduldig meegroeit met de markt. Concreet: kies één of een paar brede indexfondsen/ETF’s die passen bij jouw wensen en stort hierop regelmatig geld. Bijvoorbeeld: je besluit elke maand €200 te investeren in een wereldwijde aandelen-ETF en €50 in een obligatie-ETF. Je maakt er een automatisme van (bij sommige brokers kun je automatische incasso instellen of periodieke orders). Vervolgens hoef je niet veel te doen behalve af en toe controleren of alles op schema ligt. Deze benadering kost weinig tijd, de kosten zijn laag en je resultaten zullen de marktresultaten volgen – wat historisch gezien voor de lange termijn voor veel mensen een prima uitkomst is.
-
Actief beleggen of stock picking: Als je het leuk vindt en er tijd in wilt steken, kun je (naast een stabiele kern van indexbeleggingen) ook actief beleggen in specifieke aandelen of sectoren waar jij potentie in ziet. Bijvoorbeeld, je bent overtuigd dat groene energie de toekomst is, dus je koopt wat extra aandelen in een zonne-energiebedrijf of een duurzaam energie fonds. Dit kan extra rendement opleveren als je het goed ziet, maar onthoud dat elke actieve keuze ook de kans inhoudt dat je het mis hebt. Veel professionele beleggers presteren niet beter dan de index op lange termijn. Daarom is het verstandig om niet al je geld op één actief idee in te zetten, maar zo nodig met een beperkt deel van je portefeuille te experimenteren. Zo heb je een kern-satellietstrategie: een stabiele kern passieve beleggingen, en daaromheen wat “satellieten” van actieve bets waar je in gelooft. Zorg wel dat je je verdiept in elk aandeel of actieve belegging die je doet – weet wat het bedrijf doet, hoe het geld verdient, waarom jij denkt dat het ondergewaardeerd is, etc.
-
Periodiek herbalanceren: Als je een bepaalde verdeling (bijv. 70% aandelen, 30% obligaties) hebt voorgenomen, kan die door marktbewegingen scheef groeien. Stel, aandelen doen het een paar jaar erg goed, dan is je portefeuille misschien wel 80/20 geworden. Eens per jaar of eens per paar jaar kun je herbalanceren: dat betekent dat je wat winst neemt op het deel dat relatief te groot is geworden en het bijstort in het achtergebleven deel, zodat je weer terug bent op 70/30. Herbalanceren dwingt je feitelijk om laag te kopen en hoog te verkopen op gezette momenten, wat je discipline ten goede komt. Het is geen must voor beginners met een paar ETF’s (sommigen laten het gewoon doorlopen), maar het is goed om het principe te kennen. Bij grote afwijkingen is het gezond om bij te sturen.
-
Blijf bij je plan (niet telkens switchen): Consistentie is een van de moeilijkste, maar belangrijkste onderdelen van een strategie. Het heeft weinig zin om een heel plan te maken en na drie maanden alles om te gooien omdat er wat onrust op de markt is of omdat je een nieuw “hot” idee tegenkomt. Probeer minimaal een jaar of langer volgens je plan vol te houden voordat je evalueert of de strategie werkt voor jou. Geef beleggingen de tijd om te renderen. Natuurlijk mag je je plan bijstellen als je nieuwe inzichten krijgt of je situatie verandert, maar voorkom dat je in een constante staat van twijfel of wijziging verkeert. Veel beginners maken de fout om bijvoorbeeld na het zien van kortetermijnverlies meteen hun aanpak drastisch te wijzigen. Dat leidt vaak tot slechte timing (je verkoopt laag en koopt weer iets anders hoog). Vertrouw op het proces dat je hebt uitgestippeld.
-
Leer en pas geleidelijk aan: Terwijl je bezig bent, blijf jezelf ontwikkelen. Lees boeken of betrouwbare websites over beleggen om diepere kennis op te doen. Naarmate je meer ervaring krijgt, kun je besluiten om je strategie aan te scherpen. Misschien ontdek je dat je eigenlijk best comfortabel bent met meer risico en verhoog je je aandelenpercentage, of wellicht merk je dat je beter slaapt met iets meer stabiliteit en voeg je wat obligaties toe. Dit soort fine-tuning is normaal. Voer veranderingen wel stapsgewijs door, niet halsoverkop.
Kortom, definieer een eenvoudige strategie die bij je past en voer die met discipline uit. Voor veel beginners kan een combinatie van periodiek beleggen (bijvoorbeeld maandelijks in een paar ETF’s) en brede spreiding de kern vormen van een succesvolle lange termijn strategie. Het vergt geen uitzonderlijk talent om hiermee resultaat te behalen – juist geduld en consistentie zijn de sleutel.
Geschikte brokers en platforms voor beginners
Om te kunnen beleggen heb je een account nodig bij een broker of beleggingsplatform. In Nederland zijn er diverse mogelijkheden. Hier bespreken we enkele brokers/platforms die geschikt zijn voor beginners, met focus op de Nederlandse markt (we noemen ook kort een paar internationale opties):
-
DEGIRO: Dit is een van de populairste online brokers in Nederland (en inmiddels heel Europa). DEGIRO staat bekend om zijn lage kosten. Transactiekosten voor aandelen op veel markten zijn scherp, en ze hebben een selectie van ETF’s die je eens per maand zonder transactiekosten kunt kopen (de zogenaamde kernselectie). Het platform is relatief eenvoudig te bedienen via de website en app, en biedt een breed aanbod: van aandelen op alle belangrijke beurzen tot ETF’s, beleggingsfondsen, obligaties en ook opties. Voor een beginner is DEGIRO aantrekkelijk omdat je niet veel betaalt per transactie en je dus ook met kleinere bedragen efficiënt kunt beleggen. Let wel op: DEGIRO rekent enkele specifieke kosten, zoals €2,50 per jaar per beurs (buiten Euronext) die je gebruikt en een klein tarief voor valutaconversie als je bijv. Amerikaanse aandelen koopt. Maar over het algemeen zul je merken dat de kosten erg laag zijn vergeleken met traditionele banken. DEGIRO heeft geen minimum inleg; je kunt al met enkele tientjes beginnen. Het staat onder toezicht van de AFM en DNB.
-
BUX Zero: BUX Zero is een mobiele app-broker, ontworpen om beleggen toegankelijk te maken voor een nieuw publiek. Via BUX Zero kun je aandelen en ETF’s verhandelen, veelal zonder directe commissiekosten. In plaats daarvan verdient BUX aan een kleine spread en aan betalingen voor extra diensten (zoals een “Speed order” waarmee je meteen tegen een kleine vergoeding kunt kopen, of de wisselkoersopslag bij buitenlandse aandelen). Voor de gebruiker oogt het dus alsof handelen gratis is, wat drempelverlagend werkt. De app is overzichtelijk en simpel, ideaal voor iemand die niet meteen overspoeld wil worden door complexe opties. Het aanbod richt zich vooral op populaire aandelen (NL, EU, VS) en een selectie ETF’s. Als absolute beginner kun je via BUX Zero heel simpel je eerste aandelen kopen, met een paar tikken op je telefoon. Nadeel is dat het platform iets beperkter is – minder analyse-tools, geen geavanceerde ordertypes als limiet/stoploss (ze hebben vooral marktorders en zero-orders die aan het eind van de dag uitgevoerd worden). Maar dat is wellicht in eerste instantie niet zo erg. BUX is een Nederlands bedrijf en staat onder toezicht. Het is een leuke optie als je laagdrempelig via je smartphone wilt starten en nog wat huiverig bent voor ingewikkelde interfaces.
-
Brokers van grootbanken (ING, ABN AMRO, Rabobank e.a.): Bijna elke grote bank biedt de mogelijkheid om via hen te beleggen. Vaak heet dit “zelf beleggen” of “beleggen bij [banknaam]”. Voordelen hiervan zijn dat je alles bij één partij hebt (makkelijk overzicht in je bankapp) en dat banken vertrouwd en degelijk aanvoelen. Bovendien bieden ze vaak naast zelf beleggen ook begeleid beleggen of advies aan, mocht je daarvan gebruik willen maken. Voor een beginner die al een rekening heeft bij pakweg ING of Rabobank kan het aantrekkelijk zijn om daar gewoon een beleggingsrekening te openen. Nadeel is dat de kosten bij traditionele banken meestal wat hoger zijn: denk aan transactiekosten per order die wat forser zijn dan bij DEGIRO, en soms servicekosten of bewaarloon (een jaarlijkse vergoeding op basis van je vermogen). Ook is het aanbod soms wat beperkter tot gangbare fondsen en grote aandelen. Desondanks is het voor kleinere bedragen vaak nog te overzien en de gebruiksvriendelijkheid is prima. Als je gemak en vertrouwen belangrijker vindt dan elk dubbeltje kosten, is dit een legitieme keuze. Let wel op eventuele minimumkosten per transactie; sommige banken rekenen bijvoorbeeld €5 of €6 per order, wat voor hele kleine bedragen relatief veel is.
-
eToro: eToro is een internationaal broker-platform dat de laatste jaren ook in Nederland aan populariteit wint. Het heeft naam gemaakt met social trading functies: je kunt andere beleggers volgen en zelfs automatisch kopiëren. Voor beginners kan het leerzaam zijn om te zien wat ervaren beleggers doen (alhoewel je altijd kritisch moet blijven en niet blindelings moet kopiëren). eToro adverteert met “commission-free trading” voor aandelen en ETF’s. Dit betekent dat ze geen vaste commissie per transactie rekenen; echter, ze verdienen wel via iets ruimere spreads (verschil tussen koop- en verkoopprijs) en rekenen kosten voor bijvoorbeeld valutaconversie (het platform werkt in USD) en uitbetalingen. Voor lange termijn beleggers die niet te vaak handelen, blijven de kosten echter laag. eToro biedt naast aandelen en ETF’s ook eenvoudig toegang tot cryptocurrencies en CFD’s, maar wees hier als beginner voorzichtig mee wegens de eerder genoemde risico’s. De interface van eToro is gebruikersvriendelijk en visueel aantrekkelijk. Een leuke feature is dat eToro een virtuele portefeuille aanbiedt: je kunt schakelen naar “virtual mode” en met fictief geld oefenen – ideaal om de kneepjes te leren zonder risico. Houd er rekening mee dat eToro van oorsprong geen Nederlandse partij is; ze opereren onder een Cypriotische licentie in de EU. Inmiddels hebben ze wel registratie bij de Nederlandse autoriteiten voor hun cryptodiensten. Al met al kan eToro een goede optie zijn als je internationaal en laagdrempelig wilt beleggen en eventueel interesse hebt in de social trading aspecten.
-
Saxo Bank (BinckBank): BinckBank was jarenlang een van Nederlands bekendste brokers en is sinds enkele jaren overgenomen door Saxo Bank (uit Denemarken). De diensten van Binck zijn geïntegreerd in Saxo Investor (gericht op de meer doorsnee belegger) en Saxo Trader (voor actieve/trader beleggers). Saxo biedt een zeer compleet platform met veel beleggingsproducten wereldwijd, van aandelen en ETF’s tot opties, futures, forex en meer. Voor beginners is vooral Saxo Investor interessant, dat met een moderne interface en voldoende uitleg komt. De kosten zijn over het algemeen iets hoger dan bij DEGIRO voor populaire markten, maar nog steeds redelijk. Het sterke punt van Saxo is de brede service en tools – ze hebben bijvoorbeeld goede rapportages, analyseresearch, nieuwsfeeds, etc., wat waardevol kan zijn als je jezelf wilt verdiepen. Nadelig kunnen soms de kostenstructuren zijn (let op minimum per order) en de wat drukkere interface in vergelijking met heel simpele apps als BUX. Desalniettemin is Saxo een betrouwbare en ervaren partij. Omdat BinckBank een goede reputatie had onder Nederlandse beleggers, is Saxo als opvolger zeker een overweging waard als je een degelijk platform wilt dat met je mee kan groeien naarmate je gevorderder wordt.
-
Interactive Brokers (IB) / LYNX: Interactive Brokers is een wereldwijde bekende broker met zeer lage tarieven en een enorm aanbod. Denk aan vrijwel elke beurs ter wereld waar je toegang toe krijgt en kosten per aandeelhandel die in fracties van centen kunnen lopen. In Nederland kun je direct bij IB een account openen, maar veel mensen kiezen voor LYNX, een Nederlandse introductiebroker die het IB platform aanbiedt met Nederlandse klantenservice en iets vereenvoudigde interface. IB/LYNX is qua gebruikersinterface wat minder gericht op beginners; het biedt zó veel mogelijkheden dat het overweldigend kan zijn. Dit platform is geliefd bij professionele traders en gevorderde beleggers die bijvoorbeeld ook opties en andere producten willen combineren. Als absolute beginner heb je dit niet direct nodig. Echter, als jij kosten ontzettend belangrijk vindt en je het niet erg vindt om uit te zoeken hoe alles werkt, kun je hier op termijn wellicht de allerlaagste kosten behalen. LYNX heeft geen transactiekosten voor ETF’s uit hun kernselectie en scherpe prijzen voor aandelen. Ze vragen wel vaak een minimale inleg (vaak €3.000 of €5.000) om te starten. Interactive Brokers zelf heeft in de EU soms ook minimumbedragen. Dit is dus meer voor de serieuze starter of iemand die snel verder wil gaan dan basis.
Naast deze zijn er nog andere platforms (zoals Trading 212, Flatex in Duitsland, Robinhood in de VS – al is die in NL niet beschikbaar, etc.). Maar de bovengenoemde opties dekken eigenlijk de meeste behoeften van beginners.
Waar moet je op letten bij je keuze?
-
Kosten: Vergelijk de transactiekosten (vast bedrag of percentage per order), eventuele valuta-conversiekosten (als je internationale aandelen koopt), beheerkosten (sommige rekenen bijv. 0.1% per jaar over je assets) en servicekosten. Kleine verschillen kunnen op lange termijn veel schelen.
-
Aanbod: Zorg dat de broker toegang biedt tot de markten/producten die jij wilt. Als je bijvoorbeeld in bepaalde exotische ETF’s wilt beleggen, check of ze beschikbaar zijn.
-
Gebruiksgemak: Kijk wat screenshots of reviews van de interface. Sommige mensen prefereren een simpele app, anderen willen juist uitgebreide grafieken en ordermogelijkheden. Probeer eventueel een demo of test het platform met een klein bedrag om te zien of je het fijn vindt.
-
Klantenservice en informatie: Als beginner is het prettig als er goede klantenservice is voor vragen, en als de broker voldoende educatie of uitleg biedt op de site.
-
Betrouwbaarheid: Check of de partij onder toezicht staat (AFM/DNB in Nederland) en of er een compensatieregeling is als zij failliet gaan (beleggingen vallen normaliter in een apart bewaarder-stichting, dus dat zit vaak goed). Zoek naar recensies van andere gebruikers.
-
Extra features: Denk aan dingen als een mobiele app (bij de meesten standaard), mogelijkheid tot automatische incasso/periodiek beleggen, en voor de toekomst: als je ooit meer wilt doen (zoals opties), is het handig als dat bij dezelfde broker kan.
Het kan nuttig zijn om, voordat je je definitieve keuze maakt, een actuele vergelijking te bekijken (er zijn websites die brokers vergelijken op kosten e.d.). Maar eerlijk gezegd, voor een beginner die gewoon in wat ETF’s of aandelen wil gaan beleggen, zullen DEGIRO, BUX, of een bankplatform allemaal de klus prima klaren.
Heb je eenmaal een platform gekozen en een account geopend (stap 6), dan ben je gereed om je strategie uit te voeren en je portefeuille op te bouwen. Onthoud dat de keuze van broker vooral een middel is; uiteindelijk draait het om hoe je belegt en dat je dat consistent en met verstand doet.
Veelgemaakte fouten van beginnende beleggers
Iedereen maakt fouten, en dat geldt ook bij beleggen. Het is helemaal niet erg om fouten te maken – je leert ervan. Toch is het fijn als je sommige veelvoorkomende valkuilen kunt vermijden. Hier zijn een aantal veelgemaakte fouten door beginners, met tips om ze te voorkomen:
-
Zonder plan beginnen: Een van de grootste fouten is blind in het diepe springen zonder duidelijk plan of strategie. Bijvoorbeeld zomaar wat “hot tips” opvolgen of willekeurig aandelen kopen van bekende namen, zonder samenhang. Zonder plan is de kans groot dat je in paniek raakt bij tegenslag of constant van koers verandert. Oplossing: Maak voordat je begint een simpel beleggingsplan (zoals eerder beschreven bij de stappen). Bepaal je doel, je aanpak (bijv. maandelijk in ETF’s) en schrijf desnoods op welke regels je jezelf oplegt (bijv. “Ik beleg voor minimaal 5 jaar, ik verkoop niet bij een dip, alleen als fundamenteel mijn doel wijzigt.”). Met een plan heb je iets om op terug te vallen als de emoties oplopen.
-
Te weinig spreiding aanbrengen: Alleen maar het aandeel van je favoriete bedrijf kopen, of al je geld in een hype zoals crypto stoppen, is vragen om problemen. Toch doen beginners dit nog wel eens, aangetrokken door het idee van een snelle klapper. Het risico is echter immens: als die ene investering tegenvalt, ben je misschien in één klap een groot deel van je geld kwijt. Oplossing: Spreiden, spreiden, spreiden. Zelfs met een klein bedrag kun je spreiden – koop bijvoorbeeld een ETF of verdeel je inleg over verschillende sectoren. Liever 10 verschillende kleine posities dan 1 grote. Spreiding is echt de heilige graal om beginnersfouten te beperken; het vangt veel missers op.
-
Emotioneel handelen (paniek en hebzucht): Emoties kunnen ervoor zorgen dat je precies verkeerd handelt: kopen op de top uit FOMO (Fear Of Missing Out) en verkopen in de dip uit paniek. Veel beginners schrikken als hun portefeuille ineens 10% in de min staat en denken “ik moet eruit voordat het nóg erger wordt”, met als resultaat dat ze met verlies uitstappen – terwijl als ze hadden volgehouden, het zich mogelijk herstelde. Het omgekeerde gebeurt ook: na een periode van stijging worden mensen overmoedig en gaan ze nog risicovollere dingen doen (“Deze aandelen blijven vast eeuwig stijgen”). Oplossing: Probeer een stap terug te doen bij sterke emoties. Herinner jezelf aan je lange termijn doelen en realiseer je dat schommelingen normaal zijn. Raadpleeg eventueel je eerder opgestelde plan (waarin je misschien al had opgenomen dat je niet bij -20% alles verkoopt maar eventueel bijkoopt). Praat erover met iemand die er verstand van heeft als je in paniek dreigt te raken. En bij euforie: blijf nuchter, bomen groeien niet tot in de hemel. Vaak kan het helpen om in zowel goede als slechte tijden geleidelijk bij te sturen in plaats van radicale moves te maken.
-
De markt proberen te timen: Het ideaalplaatje is kopen op het dieptepunt en verkopen op het hoogtepunt. Maar zelfs professionals kunnen dit structureel niet. Toch proberen beginners soms de markt te timen: “Ik wacht nog even met instappen tot de beurs wat zakt” of “ik stap nu snel uit want ik denk dat volgende week een crash komt”. Het probleem is dat je twee beslissingen perfect goed moet doen: op tijd uit en op tijd weer in. En meestal slaagt men daar niet in – je mist bijvoorbeeld na uitstappen de onverwachte opleving, of je blijft aan de zijlijn staan terwijl de markt verder stijgt. Per saldo kan markttiming enorm veel rendement kosten als je ernaast zit. Oplossing: Tijd in de markt verslaat timing van de markt. Het is vrijwel onmogelijk om consequent juiste timingbeslissingen te nemen. Beter is het om een vaste beleggingsroutine te hebben (bijvoorbeeld elke maand kopen, ongeacht de stand) of gewoon in te stappen zodra je plan klaar is, en vervolgens lange tijd belegd te blijven. Natuurlijk mag je op gevoel soms eens wat cash aanhouden als je denkt dat het stormt, maar maak daar geen vast patroon van. De meeste grote oplevingen op de beurs komen onverwachts; die wil je niet missen door aan de zijkant te staan.
-
Te veel handelen (traden) en kosten maken: Sommige beginners, eenmaal begonnen, worden erg actief. Ze kopen en verkopen continu bij elk nieuwtje of proberen korte-termijn winsten te pakken. Dit traden lijkt spannend, maar het is heel moeilijk om hiermee netto winst te maken als je nieuw bent. Bovendien betaal je bij elke transactie kosten (ook al zijn ze laag, ze tikken aan als je honderden keer handelt) en mogelijk belasting over kortetermijnwinsten. Voor je het weet eet je de helft van je rendement op aan kosten. Daarnaast ben je door continu handelen misschien geneigd om steeds achter de feiten aan te lopen (je verkoopt iets dat gedaald is – vaak te laat – en koopt iets dat al gestegen is – vaak ook te laat). Oplossing: Blijf bij je langetermijnstrategie. Zie beleggen niet als dagelijks handelen of gokken, maar als een gestage opbouw. Leg voor jezelf drempels op, bijvoorbeeld: “ik verkoop een belegging alleen als de fundamenten veranderen, niet vanwege koersschommelingen” of “ik kijk maximaal 1 keer per maand naar mijn portefeuille en voer dan hoogstens wat aanpassingen door.” Hiermee voorkom je overijverig gedrag. En als je toch wilt traden, doe dat met een klein deel van je geld als “fun money”, maar houd het gros in je rustige portefeuille.
-
Geen rekening houden met kosten en belastingen: We noemden kosten al even – vergeet niet dat kosten directe minnen op je rendement zijn. 1% kosten per jaar lijkt weinig, maar over 30 jaar kan dat tienduizenden euro’s schelen door het gemiste rendement op rendement. Kies dus voor lage kosten waar mogelijk (goedkope brokers, goedkope indexfondsen). Verder vergeten beginners soms dat over belegd vermogen belasting betaald moet worden (in Nederland in box 3 voor vermogensrendementheffing, boven de vrijstelling). Dat is op zich niet dramatisch, maar wel iets om rekening mee te houden: het netto rendement is wat telt na belasting. Ook dividend is vaak al belast (dividendbelasting wordt ingehouden). Dit hoeft je niet af te schrikken – beleggen loont vaak nog steeds ruimschoots – maar het is goed om realistische verwachtingen te hebben: brutorendement is niet gelijk aan wat er in je portemonnee belandt na alle kosten en belastingen. Oplossing: Lees je in over de kosten van je broker en de fondsen waarin je belegt. In de informatie of fact sheets van fondsen staat het TER (Total Expense Ratio), een kostenpercentage. Brokers vermelden hun tarieven op de website. Probeer actief kosten te minimaliseren: bijvoorbeeld door niet voor elk tientje een aparte transactie te doen (spaar kleine bedragen op tot een wat grotere order), gebruik maken van gratis ETF-aanbiedingen, etc. Wat betreft belastingen: hou er rekening mee in je financiële planning, maar zie het als teken dat je winst maakt – geen belasting betalen zou betekenen dat je niets verdiend hebt.
-
Blind vertrouwen op tips of experts: Beginners zoeken vaak houvast bij “experts” op tv, Youtube of forums. Hoewel je veel kunt leren van anderen, is het riskant om blindelings tips op te volgen. Niemand heeft een glazen bol. Zelfs professionele analisten zitten er vaak naast. Sommige tips kunnen zelfs bedoeld zijn om jou iets te laten kopen wat voor de tipgever gunstig is (pump en dump praktijken komen voor in dubieuze kringen). Oplossing: Gebruik tips hooguit als inspiratie om zelf verder te onderzoeken. Beleg niet in iets alleen omdat iemand het aanraadt – begrijp altijd zelf waarom het interessant zou kunnen zijn. Bouw je eigen oordeel. Dit leer je gaandeweg: in het begin voelt het alsof anderen het beter weten, maar uiteindelijk ben jij degene die beslissingen moet nemen over jouw geld. Luister naar advies, maar zet er een gezonde dosis scepsis bij.
-
Te snel in ingewikkelde of risicovolle producten stappen: Verleidelijke advertenties voor hefboomproducten (“vermenigvuldig je winst x10!”) of nieuwe cryptomunten kunnen ervoor zorgen dat beginners zich inlaten met dingen die ze niet volledig bevatten. Dit is een gevaarlijke fout, want dergelijke producten kunnen in korte tijd enorme verliezen opleveren. Een voorbeeld: met een hefboom (leverage) van 10 betekent een koersdaling van 5% dat je 50% van je geld kwijt bent. Veel beginnende beleggers die zonder kennis aan bijvoorbeeld daytrading in forex of handel in turbo’s beginnen, verliezen hun volledige inleg. Oplossing: Houd je als beginner bij de basisinstrumenten (aandelen, obligaties, ETF’s, fondsen). Pas als je een paar jaar ervaring hebt en echt begrijpt wat een optie of een future is, kun je overwegen daar eens mee te experimenteren – en dan nog met kleine bedragen. Realiseer je dat je niets misloopt door in het begin niet aan dat soort exotische dingen te doen. Integendeel, je voorkomt waarschijnlijk een fiasco. De tijd om eventueel te specialiseren komt later wel als je daar behoefte aan hebt.
Iedere fout hierboven is door talloze beleggers (inclusief experts) weleens gemaakt. Het belangrijkste is dat je ervan leert en ze probeert te vermijden of beperken. Laat je niet ontmoedigen als iets verkeerd gaat – dat gebeurt iedereen. Zorg er alleen voor dat je door een fout niet meteen uit het spel ligt (dus: beperk je risico’s per fout door spreiding en kleine stapjes).
Tips voor succesvol langetermijnbeleggen
Beleggen is geen sprint maar een marathon. Hier zijn enkele tips voor de lange termijn om je kansen op succes te vergroten:
-
Houd een langetermijnperspectief: Herhaal het mantra: ik beleg voor de lange termijn. De dagkoersen en zelfs de jaarresultaten zijn minder belangrijk dan het eindresultaat over 10, 20 of 30 jaar. Door de bril van de lange termijn zien tijdelijke crises (zoals recessies, oorlogen, pandemieën) er achteraf uit als koopkansen in plaats van rampen. Probeer dus altijd de context te bewaren: een jaar van -10% is vervelend, maar niet onoverkomelijk als je doel nog ver weg ligt. Bovendien volgen op slechte jaren vaak goede jaren. Laat je niet gek maken door de waan van de dag; zoom out en kijk naar de trend over meerdere jaren.
-
Investeer regelmatig en gespreid: In plaats van in één keer een groot bedrag in te leggen (als je dat al zou hebben), kan het slim zijn om periodiek te investeren. Bijvoorbeeld elke maand of elk kwartaal een vast bedrag. Dit heet ook wel dollar-cost averaging. Het voordeel is dat je gemiddelde aankoopprijs over de tijd wordt uitgesmeerd. Je koopt zowel in hoogtijdagen (dan krijg je minder aandelen/ETF’s voor je geld) als in laagconjunctuur (dan krijg je er juist meer voor hetzelfde geld). Dit vermindert het risico dat je precies op een piek bent ingestapt. Bovendien bouw je zo een goede gewoonte op – je automatische spaar/belegplan – en merk je nauwelijks dat je belegt, het wordt routinematig. Automatiseren is hier key: je kunt instellen dat direct na je salaris een bedrag naar de beleggingsrekening gaat en eventueel dat je broker automatisch daarvoor fondsen aankoopt (sommige bieden zo’n functie).
-
Herbeleg opbrengsten (rente/dividend): Als je beleggingen opleveren – bijvoorbeeld dividend op aandelen of rente op obligaties – overweeg dan om deze direct weer te herbeleggen in plaats van te consumeren (tenzij je ze nodig hebt). Herbeleggen zorgt ervoor dat het rente-op-rente effect maximaal werkt. Veel brokers hebben een optie om cash dat binnenkomt te herbeleggen, of je kunt het handmatig doen door van ontvangen dividend meteen weer nieuwe stukken te kopen. Na verloop van jaren kan herbelegd dividend een enorm verschil maken in het totaal rendement. Er zijn bijvoorbeeld indexfondsen in accumulerende vorm (die automatisch dividend herbeleggen binnen het fonds); die zijn handig voor lange termijn opbouw. Uiteraard, als je op een gegeven moment inkomen wilt genereren uit je beleggingen (bijv. pensioen), kun je stoppen met herbeleggen en de opbrengsten laten uitkeren. Maar tijdens de opbouwfase: pomp het terug erin.
-
Let op de kosten en belastingen: Hoge kosten kunnen je lange termijn resultaat flink drukken. Zoek daarom naar kosten-efficiënte oplossingen: gebruik bij voorkeur ETF’s of indexfondsen met lage beheervergoeding in plaats van dure beleggingsfondsen (tenzij zo’n fonds uitzonderlijk presteert, maar dat is zeldzaam). Let bij brokers op jaarlijkse kosten; kies voor een partij zonder bewaarloon en met lage transactiekosten. Onderhandel eventueel als je veel vermogen hebt (sommige banken geven korting boven bepaalde bedragen). Wat belastingen betreft: in Nederland is er een heffing op vermogen boven de vrijstelling. Houd er rekening mee dat als je portefeuille groeit, je elk jaar wat belasting betaalt. Dit kun je niet heel veel aan veranderen (behalve binnen de vrijgestelde ruimte blijven door bijvoorbeeld te spreiden tussen fiscale partners, of via pensioenbeleggen fiscale voordelen benutten). Maar je kunt wel slim omgaan met belastingen: bijvoorbeeld door pensioenbeleggen of lijfrente-beleggen kun je in box 1 aftrek krijgen en in box 3 vermogen verminderen. Dat gaat wat ver voor deze beginnerstips, maar verdiep je daar later eventueel in, het kan voor lange termijn veel schelen. Samengevat: minimaliseer onnodige kosten en benut fiscale voordelen als dat kan.
-
Diversifieer ook op de lange termijn: Misschien ben je begonnen met 1 ETF en 2 aandelen. Naarmate je vermogen toeneemt, blijf zorgen voor een goede diversificatie. Dat betekent ook regelmatig reviewen of je portefeuille niet te veel is gaan leunen op één ding. Stel je hebt veel geïnvesteerd in tech-aandelen omdat die het jaren goed deden; bedenk dan of je nog comfortabel bent met die concentratie of dat je wat wilt herschikken. Een gediversifieerde portefeuille verlaagt de kans op grote tegenslagen, en dat blijft belangrijk, ook later. Diversificatie kan ook betekenen: niet alleen op de beurs. Je zou op den duur ook bijvoorbeeld wat geld in andere dingen kunnen investeren (vastgoed, of aflossen van schulden, of eigen onderneming) – maar dat is individueel.
-
Evalueer periodiek, maar niet te vaak: Het is verstandig om zo nu en dan (bijvoorbeeld jaarlijks) even stil te staan bij je beleggingen. Check of je nog op koers ligt voor je doel. Is je doel of situatie gewijzigd (bijv. je hebt een kind gekregen, of je salaris is veranderd waardoor je meer/minder kunt beleggen, of je horizon is korter geworden)? Pas dan eventueel je plan aan. Kijk ook of de verdeling van je portefeuille nog overeenkomt met je gewenste risicoprofiel; voer zo nodig een herbalancering uit. Maar doe dit niet continu. Je hoeft niet elke week of maand rigoureus te tweaken – dat leidt tot onrust en kan meer kwaad dan goed doen. Evalueer bijvoorbeeld één keer per jaar diepgaand (sommige noemen dat de “portefeuille APK”). Tussendoor kun je uiteraard volgen wat er gebeurt, maar probeer rust te bewaren in je acties.
-
Blijf leren en geïnformeerd: De beleggingswereld verandert en er is altijd meer te leren. Blijf jezelf ontwikkelen door af en toe eens een goed boek over beleggen te lezen, een cursus te volgen of betrouwbare financiële media te volgen (pas op voor sensatiebronnen; kies bijv. voor iets als het Financieel Dagblad, Business Insider, of educatieve content van gerenommeerde partijen). Je kennis verbreden kan je helpen nog betere beslissingen te nemen of nieuwe kansen te zien. Maar let op dat je niet door elke nieuwe theorie of hype je oude plan overboord gooit (zie eerder punt over consistentie). Gebruik kennis om je plan aan te scherpen, niet om telkens radicaal andere dingen te gaan doen.
-
Heb realistische verwachtingen: Verwacht geen wonderen of dat je binnen een jaar zult verdubbelen (dat is meer gokken dan beleggen). Historisch gezien ligt het gemiddelde rendement van een breed gespreide aandelenportefeuille rond de 6-8% per jaar. Sommige jaren zullen veel hoger zijn, andere negatief. Voor obligaties is dat lager, misschien 2-4%. Reken jezelf niet te snel rijk en neem beslissingen niet op onrealistisch optimisme (“dit aandeel zal vast x10 gaan volgend jaar”). Als je een plan maakt op basis van redelijke aannames, is de kans kleiner dat je teleurgesteld raakt en gekke sprongen maakt. Beter positief verrast dan constant teleurgesteld omdat je dacht elk jaar 20% te maken.
-
Geniet van het proces: Tot slot, zie beleggen niet als een last maar als iets positiefs – je bent actief bezig met je financiële toekomst. Door bewust met je geld om te gaan en het te investeren, bouw je aan iets moois. Wees trots op jezelf dat je die stap gezet hebt. Vier kleine successen (eerste €1000 bereikt, eerste dividend ontvangen, 1 jaar ge-belegd, etc.). Door het leuk en interessant te vinden, houd je het makkelijker vol.
Met deze tips in het achterhoofd ben je goed bewapend om van een beginner uit te groeien tot een zelfverzekerde belegger. Onthoud: succesvol beleggen is geen geheimzinnige kunst. Het gaat vooral om gedrag: discipline, geduld, nuchterheid, en blijven leren. Als je dat weet vol te houden, zul je merken dat de tijd en de markt jouw werk voor je doen en je vermogen gestaag groeit.
Veel succes en plezier met je beleggersreis!