Nieuwe vermogensregels 2022 – impact op sparen en beleggen
In 2022 verandert de vermogensbelasting op sparen en beleggen aanzienlijk, met verschillende gevolgen afhankelijk van de grootte en samenstelling van jouw vermogen. Het nieuwe stelsel introduceert een hogere vrijstellingsgrens van €50.650 – of €101.300 voor fiscale partners – waardoor alleen het vermogen boven dit bedrag belast wordt in box 3, waar een heffingsvrij inkomen van €400 geldt. Dit betekent dat wanneer je vermogen op 1 januari 2022 deze grens overschrijdt, je 31% belasting betaalt over het fictieve rendement, wat een schatting is die door de Belastingdienst op basis van historische trends en verifieerbare gegevens wordt berekend.
De herziening van de vermogensbelasting brengt ook variaties in de rendementspercentages met zich mee, afhankelijk van de vermogensklasse. In de nieuwe opzet betaalt een deel van het vermogen tussen €50.651 en €101.300 een fictief rendement van 1,82%, terwijl vermogens tussen €101.301 en €1.012.350 belast worden tegen 4,37% en bedragen boven €1.012.351 tegen 5,53%. Voorbeelden illustreren de impact: een belegger met een vermogen dat licht boven de vrijstellingsgrens zit, zal relatief weinig belasting betalen, terwijl hogere vermogens door het stelsel zwaarder worden belast, met name als een groter deel van hun vermogen in beleggingen zit.
Een belangrijk aspect van de wijzigingen is de extra vrijstelling voor ‘groene’ spaarders en beleggers. Degenen die kiezen voor milieuverantwoorde spaar- of beleggingsvormen, kunnen profiteren van een maximaal heffingsvrij vermogen van €61.215 (of €122.430 bij fiscale partners), wat financieel aantrekkelijker is in het licht van de huidige milieugerichte transitie. Dit stimuleert zowel sparen als beleggen in duurzame projecten, waarbij groene initiatieven worden beloond door een lagere belastingdruk.
Historisch gezien lag de grens voor heffingsvrij vermogen in 2019 op €30.360 (of €60.720 bij fiscaal partnerschap), waarbij over het meerdere een belasting van 30% werd geheven gebaseerd op een fictief rendement dat is afgestemd op spaargeld en beleggingsportefeuilles. Het verschil met het stelsel van 2022 is duidelijk: naast de verdrievoudiging van de vrijstellingsruimte is er een duidelijk onderscheid in het fictieve rendement, waarbij beleggers over hun vermogen hoger worden belast dan spaarders. Dit wijst op een beleidsmatige keuze die sparen financieel licht ten goede komt, terwijl beleggingen in hogere vermogensklassen zwaarder worden belast.
Voor zowel beginnende als ervaren beleggers is het dan ook cruciaal om deze wijzigingen mee te nemen in de financiële planning. Als jouw totale vermogen voornamelijk in spaargeld zit, kan de nieuwe regeling een belastingverlaging betekenen. Omgekeerd, als je vermogen vooral bestaat uit beleggingen, dan is het waarschijnlijk dat je te maken krijgt met een belastingverhoging. Daarom is het verstandig om goed te kijken naar de samenstelling van je portefeuille en, bij twijfel, advies in te winnen over hoe je deze veranderingen het beste kunt inzetten in jouw financiële strategie.